nartentinekewinter2024.reismee.nl

Frankrijk door.....

15. Frankrijk door.

Zondag 25-02-2024 We verlaten Spanje

Het is nog 50 km naar de grens, dus gooien we bij het tankstation even buiten Lumbier de tank goed vol. De prijs van de diesel scheelt minstens 50 cent per liter met die in Frankrijk. Gisteravond hebben we de routes vergeleken: de langere, drukke via Pamplona en San Sebastian of de veel kortere route via Roncevalles, over een pas van 1000 meter. Er wordt geen sneeuw-voorspelling afgegeven, alleen regen, dus kiezen we voor de korte route. Dat hebben we geweten
 De rustige weg vanaf Lumbier stijgt gelijkelijk aan tot 800 meter en we beginnen sneeuw langs de kant van de weg te zien. Het regent een beetje. Wat verderop is de sneeuw op de weg in blubber veranderd en we twijfelen om door te rijden. Er komt af en toe verkeer ons tegemoet en we denken dat er gestrooid is. We rijden langzaam en voorzichtig. Bij de afslag naar de doorgaande weg vanaf Pamploma ziet het er beter uit. Ook bij Roncevalles is de weg redelijk schoon, alleen we moeten dan de pas (Puerto de Ibañeta) van 1057 meter hoog nog over. Gelukkig is de weg sneeuwvrij en is de afdaling, (aan deze kant met veel haarspeldbochten), geen probleem. Bijna beneden in ArnĂ©guy komen ons Santiago-wandelaars tegemoet, in de stromende regen, en ze moeten nog 800 meter omhoog naar Roncevalles. We zijn dus nu in Frankrijk. We blijven de D933 volgen, richting Mont-de-Marsan en houden een korte pauze in Sauveterre-de-BĂ©arn. We lunchen en omdat het nu droog is maken we een wandeling door het oude centrum en langs de rivier de Gave d’Oleron. We passeren ook een oud kasteel en een brug. Dan gaat het weer door. Regelmatig zien we de naambordjes van de dorpen die we passeren op z’n kop hangen. Boerenprotest! In Grenade de l’Adour willen we de camperplaats opzoeken, maar deze is nu met hoogtebalken afgesloten voor campers. Dan vinden we 20 km verder in Villeneuve-de-Marsan een geschikte plek met service en lekker rustig. Ondertussen regent het nog steeds en het plan om hier een pizza te gaan eten laten we varen; geen zin om drijfnat te worden. Dus kook ik een potje. Pas tegen negenen wordt het droog.

Maandag 25-020-2024 Naar de Dordogne, nat, natter, natst!

Ach, waarom ook niet? We zijn nu toch in de buurt. We gaan via de Dordogne verder naar het noorden. Het regent pijpenstelen als we vertrekken vanuit Villeneuve-de-Marsan. Onderweg zien we links en rechts weilanden die meer op moerassen lijken en greppels die sloten zijn geworden. De ruitenwissers maken overuren. We passeren achtereenvolgens de Garonne, de Lot en de Dordogne. We gaan eerst naar Beynac. Daar is vlakbij het kasteel een parking waar ook campers mogen staan. Het kost 25 euro voor een overnachting en er is verder geen service of niks. Dat gaan we niet doen. We rijden door naar Sarlat-da-Canada. Daar kunnen we achter de Carrefour gratis staan op een speciaal voor campers gereserveerde plek. Het is een kwartiertje lopen naar het oude centrum. Het regent nog wel zachtjes, maar we moeten de benen strekken. Paraplu mee, regenjas aan en op pad. Als we in het middeleeuwse centrum zijn houdt het op met zachtjes regenen. We bekijken wat oude gebouwen en lopen door de smalle straatjes. Het begint te plenzen en we schuilen even onder een zonneluifel voor een snoepwinkeltje. Het water stroomt door de straatjes, regenpijpen lozen op de stoepen of nog hoger en de trapjes veranderen in watervalletjes. We bekijken nog wat straatjes en houden het dan voor gezien. Het is maandag en dan zijn ook de meeste cafeetjes gesloten. Ondertussen zijn onze schoenen vol gelopen en de broeken doorweekt. We haasten ons terug en stropen de natte kleren af. De verwarming aan en alles zo goed mogelijk uithangen. Dit was een zeer natte expeditie. Een andere keer nog maar eens overdoen, want het stadje is beslist de moeite waard.

Dinsdag 27-02-2024 Naar Chateauroux. Heeel koud!

Het is gelukkig droog als we vertrekken. Af en toe wat spetters onderweg en zodra we boven de 400 meter komen is er dikke mist. Dat gebeurt een paar keer. Op een van de rotondes is het een grote puinhoop: autobanden, hooibalen en verbrande bomen
.weer boerenprotest en ook hier naambordjes van de dorpen op zijn kop. We maken een korte pauze in Le Vigen t.o. een oude kerk. Dan komt er een wegomlegging; onze IGO in paniek, maar wij volgen de “deviation” bordjes en komen zo weer op de oorspronkelijke route uit. We komen over een rivier die nauwelijks meer als zodanig is te herkennen. Er loopt een fietspad langs dat is overstroomd en van de picknicktafels in het er naastliggende parkje is nog net het tafelblad te zien. We zijn om half drie op de camperplaats in Chateauroux. Er zijn ruime vakken en er is service. Het is er rustig, en het is maar een kwartiertje lopen naar het centrum. We kleden ons warm aan, want het is nog geen 10 graden. Het oude centrum is interessant met twee kastelen en een mooie Notre Dame kathedraal. Erg lang lopen we niet rond door de kleine straatjes, want het is berekoud! Op de terugweg leggen we even aan voor thee en een taartje bij een bakker/lunchroom. Dan is het nog 10 minuten teruglopen. Enfin, we weten waar we zijn en de beenspieren hebben hun best gedaan. Nu gauw de verwarming aan en plannen maken voor morgen. En natuurlijk ons dagelijkse potje Rummikub.

Woensdag 28-02-2024 Verder naar St. Florentin

De zon schijnt en het regent niet. Al twee leuke feiten om voor op te staan. Half tien vertrekken we. We moeten tanken dus ik zoek in de app “Tank billig” een voordelig benzinestation op. Het is de moeite waard om te zoeken want de prijzen van normale tankstations en die van bij supermarkten verschillen aanzienlijk, soms wel 20 cent per liter. Het wordt de IntermarchĂ©e in Issoudun en ligt precies op onze route. Dan 20 km verder weer even wat meters afleggen in een Lidl voor de nodige boodschappen. Het gaat via Bourges naar Auxerre en halverwege maken we een lunchstop in CharitĂ©e sur Loire. We kunnen een rondje lopen op een klein eilandje langs de Loire en hebben mooi zicht op de stad. Zo, na de Yonne zijn we ook die voorbij. Alle rivieren puilen uit van het snelstromende water en velen staan buiten hun oevers. In St. Florentine ( 50 km voor Troyes) aan de Armançon vinden we bij de jachthaven een nieuwe camperplek, hoog genoeg voor het water. Er is service en het is een rustig plekje. We maken natuurlijk een verkenning door het oude, hoog gelegen centrum. De grote kerk staat in de steigers en ook aan andere panden wordt gewerkt. Het centrum is gezellige met winkeltjes en restaurantjes. Via wat bruggetjes en door een parkje maken we de ronde af. We zagen al, dat er een afhaal pizzeria op de hoek is, dus daar lopen we meteen heen om pizza’s mee te nemen. Lekker!! Morgen de laatste dag in Frankrijk
.

Donderdag 29-02-2024 Naar Sedan

We zijn er al vroeg uit en voor negenen al op weg. We rijden dwars door Troyes en net daarna zien we een omleiding richting Chñlons-sur-Champagne. Die volgen we braaf. We zien dat ook de Aube een eind buiten de oevers is getreden. Aan de Marne in Chñlons maken we een korte pauze en wandelen het centrum in. We bekijken de enorm grote kathedraal en via een parkje en langs een kanaaltje lopen we weer terug. Weer wat verder in Suippes stoppen we voor de lunch. Voordat we Sedan bereiken doorkruizen we nog een uitgestrekt gebied met overstroomde landerijen; alles staat blank. Om kwart over drie zijn we op de parking in de slotgracht van ’t Chateau-Fort de Sedan. Het is een enorm groot complex met binnen de muren een hotel en restaurant. We lopen er doorheen en komen via de achterkant in het centrum. We bekijken de grote kerk nog even en dan met een boog weer terug naar de camper. De laatste nacht in Frankrijk. Nog 17 km tot de Belgische grens en een paar uurtjes later zijn we dan morgen weer terug in Waalre.
Het was een bijzondere campertrip met veel afwisselende ervaringen. We bedanken iedereen voor het mee-reizen en het reageren op onze foto’s (Nart) en verhalen (Tineke).

14. Richting Pamplona

14. Richting Pamplona

Vrijdag 23-02-2024 Naar Remolinos

Hier is het geen hondengeblaf, maar duivengekoer, waar ik vroeg wakker van word. In het parkje naast ons zitten er zo te horen heel wat. Het is tamelijk koud als we opstappen voor een rondje door het oude centrum. Ik heb een dikke jas en warme broek onderuit de kast gehaald. De wind waait behoorlijk, maar ook de zon schijnt. Bij het toeristenbureau halen we een plattegrondje en krijgen de belangrijkste bezienswaardigheden aangekruist mee. We bekijken achtereenvolgens de Parroquia de San Juan ( met schilderwerk van Francisco de Goya in de 4 pendentieven van de koepel) en de Basílica del Santo Sepulcro (met een reusachtig hoge koepel en mooie glas-in-lood vensters). Die laatste staat en hangt helemaal vol met beelden en schilderijen over het lijden en sterven van Jezus. We maken het rondje af met wat straatjes van de Moorse en joodse wijk. Ook hier staan oude stadsmuren en het kasteel ligt hoog boven de stad. We ontdekken op de richels van de stadsmuren tientallen ooievaarsnesten met ooievaars erop. Terug bij de camper houden we ons bezig met de verzorging (water en toilet lozen en drinkwater innemen) en het uitstippelen van de vervolgroute. We gaan bij de Al Campo boodschappen doen en rijden een stuk de snelweg op om LPG te tanken. Het doel van vandaag wordt Remolinos zo’n 60 km richting Pamplona. We hebben nog niet echt haast om Spanje te verlaten. In Remolinos parkeren we bij het voetbalveld om daar aan een wandeling naar de voormalige zoutmijnen te beginnen. Die loopt vrijwel helemaal via een barranco omhoog. Er staat hier en daar flink wat water in, dus lopen we via smalle zijpaadjes ernaast. Dat is af en toe balanceren. Als we bij de eerste zoutmijnen zijn aangekomen en de route steeds lastiger wordt keren we om en lopen de zelfde weg terug. Als we bijna terug zijn zien we boven ons rode wouwen zweven. Niet tien, niet vijftig maar wel 100 grote vogels zweven ons voorbij. Een prachtig gezicht. Helaas heeft Nart deze keer niet zijn camera meegenomen en goed inzoomen met een mobieltje gaat niet. De parkeerplaats waar we staan is prima en we blijven hier overnachten.

Zaterdag 24-02-2024 Naar Lumbier

Opgewonden mannenstemmen klinken vlak naast onze slaapplek. Als ik het gordijntje opentrek zie ik een 10-tal mountainbikers staat in volledig tenue. Nog even overleg en weg zijn ze. Het is ook al 9.00 uur dus hoogste tijd om aan de dag te beginnen. Het is wat bewolkt en onderweg spettert het af en toe. We rijden via Sos del Rey Catolico, waar een servicepunt is. Dan door naar Lumbier. Onderweg zien we links en rechts ooievaars en hun nesten op stroompalen, fabriekshallen en kerken. Ook moeten we even stoppen voor een grote schaapskudde die de weg oversteekt. We laten Aragon achter ons en rijden Navarra in. Meteen staan de namen op de diverse borden tweetalig aangegeven. Navarra hoort bij Baskenland. Om 13.00 uur stoppen we op de camperparking in Lumbier. Hier schijnt een spectaculaire kloofwandeling te zijn. Nog steeds wordt zonneschijn afgewisseld met kleine buitjes, maar daar blijven we niet voor binnen. Even de boterhammen opeten en dan naar het toeristenkantoor voor informatie over de kloof (Foz). Een enthousiaste jongeman, blij met onze komst, legt ons de mogelijkheden uit aan de hand van een maquette. We krijgen ook een folder mee. “Zijn er ook gieren?” vraagt Nart. “Heel veel”, is het antwoord. We zijn benieuwd. We wandelen het centrum uit en via een brug over de Rio Salazar komen we op een wandelpad naar de “Foz”. Even is een parapluutje nodig, maar 5 minuten later wordt de lucht weer blauw. Na ruim 2 kilometer is er een parkeerplaats bij de start van de kloof. Hier is een slagboom en moet iedereen te voet verder. Het pad blijft mooi breed; het is een oud spoorbaantraject met 2 tunnels. Meteen in de kloof zien we hoog boven ons tientallen gieren zweven. Ze zijn druk aan het nestelen en vliegen af en aan van de richels en de gaten in de rotsen. Fascinerend!! Ook wouwen zijn druk in de weer. Soms zweven ze vlak over ons heen en we blijven maar kijken en Nart maar knippen. Vlak onder ons stroomt de Rio Irati met af en toe een stroomversnelling. Na iets meer dan 2 kilometer zijn we aan het eind en wandelen we dezelfde weg weer terug. We steken nu de Romaanse brug over om in het dorp te komen; wel even een klimmetje. De camper staat aan de andere kant van het dorp. We zijn nog steeds de enige gast hier. Als de zon weg is wordt het aardig koud, dus al gauw doen we de verwarming aan. Vannacht zou de temperatuur wel eens flink verder kunnen dalen.


13. Noordwaarts

13. Noordwaarts

Woensdag 21-02-2024 Van Sinarcas naar Escucha ( 170 km)

Voordat dat we vertrekken lopen we nog even een rondje door het dorp. We willen tenminste even zien waar we waren vannacht. We bekijken het gemeentehuis en de kerk, die een mooie promenade heeft tot aan de doorgaande weg. De camperplaats ligt aan een weg met bodega’s, en Ă©Ă©n nodigt uit om binnen te kijken. “Vente de vino” staat er. We kopen 2 pakken wijn, een witte en een rode van elk drie liter voor een klein prijsje. Dit moet toch wel heerlijke wijn zijn zo rechtstreeks van de wijnboer. De route van vandaag gaat naar Escucha, vlak bij Montalban. Nart kiest een “groene” route uit, die door een kloof en langs de rivier de Turio gaat. Het is weer zeer indrukwekkend: afdalingen met haarspeldbochten, smalle straatjes door dorpjes, soms onder en dan weer bovenlangs. En dan al die steile rotswanden met allerlei kleurschakeringen: rood, bruin, oker, geel, oranje. De weg is er soms dwars doorheen uitgehakt. Toch komen we steeds weer op een hoogte van zo’n 1000m uit. De N 420 waar we het laatste stuk over rijden heeft lange hellingen en afdalingen. Het is heel rustig in deze dunbevolkte streek. De hoogste col die we passeren is De Puerte San Just op ruim 1400 meter. De camperplaats in Escucha is nog in aanleg. Er wordt druk gewerkt aan toilet- en douchegebouw en ook de service is nog niet af. Water en stroom zijn wel aangesloten. Toch is de plaats niet erg aantrekkelijk. Er staan hoge muren omheen; een uitzicht van nul komma nul. Dit dorp is van oudsher een mijnwerkersplaats. Tot in de zestiger jaren werd er steenkool gedolven. In het hele dorp zijn herinneringen hieraan terug te vinden, zien we op ons wandelrondje. Er is een mijnmuseum, waar vaak schoolklassen excursies komen maken. Huizen zijn beschilderd en mijnwerkersattributen staan links en rechts uitgestald. Ondertussen hebben we gezien dat er voor de komende dagen sneeuw wordt verwacht in de PyreneeĂ«n. We besluiten om niet via de Vielha-tunnel Frankrijk in te gaan, maar via de kust. Vanaf morgen buigen we dus westwaarts af richting Tudela en Pamplona. Een andere optie is via Perpignan, maar zo liep onze heen-route ook al.

Donderdag 22-02-2024 Via Daroca naar Calatayud

We zijn in de provincie Aragón. Op advies van onze reisgids van de ANWB gaan we een kijkje nemen in Daroca, dat op onze route ligt. Alweer een erg rustige weg met zo af en toe links of rechts dorpjes met hoge kerktorens of een kasteel(ruïne). De parking in Daroca is makkelijk gevonden. We wandelen de “hoofdstraat” in via een “sprookjes”- poort. De straat staat vol met oude panden, al dan niet in goede staat. Hoog boven ons, rondom, zien we restanten van een stadsmuur ( oorspronkelijk 4 km lang) en torens. In een klein straatje staat opeens een joekel van een basiliek. De Basiliek van Santa Maria de los Sagrados Corporales. Dit van oorsprong Romaanse bouwwerk uit de 12e eeuw werd in latere eeuwen vergroot en herbouwd. In de apsis staat een zeldzaam Frans-gotisch stenen altaarstuk. Als je het bekijkt, vraag je je af hoe dit topzware beeldhouwwerk nog nooit van de kleine sokkel is gevallen. Aan het einde van de hoofdstraat staat weer een poort. Hier lezen we op een informatiebord dat er een wandeling, de Ruta de las Muralles, te maken is, hoog boven de stad. We bedenken ons geen moment en beginnen aan de klim. Gelukkig hebben we onze wandelschoenen aan, maar een wandelstok zou, blijkt achteraf, toch wel makkelijker zijn geweest. Al gauw lopen we langs de restanten van de muren en het oude kasteel. Het is een hele klim en we hebben steeds weidser zich op de stad beneden en ook de basiliek is goed te zien. We passeren de ene toren na de andere, al dan niet gerestaureerd. Het gaat steeds hoger, tot aan de plek waar zendmasten zijn neergezet. Dan daalt het pad kronkelend af, door een naaldbomenbos en langs nog meer torens. Het is opletten op het losse-steentjes-pad. Na 1,5 uur komen we weer heel beneden aan bij de eerste toegangspoort. Het was een prachtige onderneming. Nog even bij de bakker langs voor een broodje en we kunnen aan de late lunch. Dan rijden we door naar Calatayud. Ook dit moet een bezienswaardige stad zijn, maar dat zullen we morgen bekijken. Wel gaan we nog even een rondje maken langs de rivier de Jalón, waar we vlak naast staan, en wat later in het centrum een hapje eten bij een soort cafetaria, dat een uitstekende Spaanse en Japanse keuken heeft. De keuze is beperkt, maar het smaakt prima: springrolls, Japanse gefrituurde langoustines en groentes, een vissalade en een Platos combinados met calamaris. Twee drankjes erbij voor nog geen €15,- p.p. Als we buiten komen regent het.. gelukkig hebben we een paraplu bij ons, want toen we vertrokken vielen er al wat druppels. Morgen gaan we hier het centrum bekijken.

12. Adios Andalucia

12. Adios Andalucia

Zaterdag 17-02-2024 Naar Guardiana de Jaén

We schuiven vandaag weer stukje op naar het noorden en laten de Sierra Nevada achter ons. Er is nog een mooie terugblik op de besneeuwde toppen. Onderweg naar Guardiana de JaĂ©n maken we nog een tussenstop bij een supermarkt en een Chinese “Action”. Die laatste is enorm groot en je kunt er bijna in verdwalen. Maar er zijn altijd bruikbare spullen te vinden en het is leuk even rond te snuffelen. Tegen tweeĂ«n zijn we op de gratis camperplaats, die via wat kronkelweggetjes toch makkelijk te vinden is. De service zier er keurig uit, Complimenten voor de gemeente. We lunchen even en gaan dan op ons gemak dit stadje verkennen. Het is wel weer wat klimwerk. Een kasteel, twee kerken, een mooie bron en een fontein. Een terrasje op het plein bij het gemeentehuis, nodigt uit voor een drankje en dat doen we, lekker in het zonnetje. Wat opvalt is, dat er twee monumentjes voor Covid-slachtoffers zijn geplaatst. Terug bij de camperplaats zien we dat er nog een stuk of vier campers zijn aangesloten, w.o. een Finse. Die zien we bijna nooit. Het is een rustige plek. Morgen weer verder.

Zondag 18-02-2024 Úbeda

Nadat we net buiten het dorp de tank hebben volgegooid, rijden we door via JaĂ©n en Baeza naar Úbeda, zo’n 60 km. Het is een heel rustige snelweg en we zitten nog steeds midden tussen de olijven. Úbeda moet een interessante stad zijn met een mooi oud centrum. De camperplaats is makkelijk gevonden en we gaan meteen op pad. Het weer is nog steeds mooi zonnig. We gaan eerst naar het toeristenkantoor voor een stadswandeling. We krijgen een plattegrond en een aanbevolen route mee. Het oude centrum staat vol met goed bewaard gebleven renaissancistische gebouwen. Er lopen diverse gidsen met groepen rond. De kerken en paleizen zijn prachtig versierd. EĂ©n van de mooiste is wel de Capillia de Salvador, een particuliere grafkapel uit de 16e eeuw. Hier krijgen we bij de entree ook een audioguide mee, maar die geeft zoveel informatie dat we die amper beluisteren. Het is vooral goed kijken naar de details van bv. het gouden hoofdaltaar, de plafonds en de beeldhouwwerken in de vensters, deurposten en het orgel. Het wemelt in deze stad van de mooie, meestal groene, plaza’s met daar omheen weer kerken en paleizen. Overal zijn straatjes en parkjes met terrassen. Vanaf de stadsmuren is er weids uitzicht op de omgeving. We komen langs een opvallend druk cafĂ©:” Calle Melancolia”. De zanger Joaquin Sabina, in Úbeda geboren en getogen, heeft hier een lied over geschreven en gezongen. (Thuis maar eens beluisteren). Tegen drie uur zoeken we op de Plaza del 1e Mayor een terras in de zon en drinken wat. We hebben dan heel wat hoogtepunten gezien en een half uurtje later zijn we weer terug bij de camper. Daar is het binnen bloedheet. Gauw de ramen open! We kunnen/mogen hier niet met onze campingstoeltjes buiten zitten, staat op een groot infobord. Die regel is er wel vaker op een gratis camperplek. Ook de luifel mag niet uit en je mag geen wasgoed ophangen. Dat zijn campingactiviteiten. Je kunt er een boete voor krijgen. We zijn al blij met deze mooie camperplek, zo dicht bij het oude centrum. Morgen gaan we een flink stuk rijden, want we zijn tenslotte op weg naar huis.

Maandag 19-02-2024 Naar Chinchilla de Monte-AragĂłn

Alweer een zonnige dag. Na de nodige boodschappen rijden we 220 km verder naar het noorden. We gaan halverwege AndalusiĂ« uit en komen in de autonome regio CastiliĂ«- La Mancha. De provincie hier heet Albacete. We blijven min of meer op hoogte (800 – 900 m). Opvallend zijn de grote populierenbossen in het landschap. De olijfboomgaarden zijn niet meer zo talrijk. Albacete is een grote industriestad en daar rijden we met een grote boog omheen om op een prachtige camperplaats te komen in het bergdorp Chinchilla de Monte-AragĂłn. Ruime plaatsen, mooi vlak en met service. We lunchen eerst en gaan dan op pad. Het toeristenkantoor is vandaag gesloten maar, met behulp van Orux-maps op de gsm vinden we een route. Het is wel klimmen weer; eerst naar het centrale plein, via de stadspoort, met een grote kerk en het gemeentehuis. We gaan nog verder omhoog, meestal via trappen en komen aan de noordkant in een wijkje met witgepleisterde grotwoningen die stapelsgewijs in de rotsen zijn uitgehakt. Vooral opvallend zijn de hoge witte schoorstenen. We zien dat enkele huisjes nog zijn bewoond. Deze werden in de 16e eeuw gebouwd buiten de muren van de stad voor moslimfamilies die uit Guadix en en Granada moesten emigreren. Via een aantal kleine straatjes, (die hier verrassend netjes zijn, doordat je niet elke 2 meter hoeft uit te wijken voor hondendrollen) omlaag en wat verder weer omhoog, komen we bij het middeleeuwse kasteel dat in de 15e eeuw het bolwerk was van de ridders van Santiago. Een robuuste en goed bewaarde vesting. Het is helaas niet toegankelijk. En het uitzicht is ook aan deze kant weids. Net na vieren zijn we weer terug bij de camper. Nart begint meteen aan de foto’s en ik zit nog een half uurtje buiten te lezen op een bankje in de zon.

Dinsdag 20-02-2024 Via AlcalĂĄ del JĂșcar naar Sinarcas (Valenciana)

Even genoeg dorpjes en stadjes met kerken, paleizen en kastelen gezien: nu maar weer eens een natuurwandeling. We kiezen AlcalĂĄ de JĂșcar, in de buurt van Albacete. Een dorp dat diep in een kloof moet liggen en waar de rivier de JĂșcar doorheen stroomt. Er staan massa’s wandelingen op Wikiloc. Het eerste stuk gaat over een hoogvlakte. Bij de afslag naar AlcalĂĄ duiken we de diepte in. Via tientallen haarspeldbochten dalen we af naar de rivier. Het dorp zelf ligt rondom de kerk tegen de bergwand aangeplakt. Hoog erboven torent het kasteel. Aan alle kanten zien we hoge rotswanden met grote spleten en gleuven. Naast een parkeerplaats zijn er wat restaurantjes, winkeltjes, een bushalte, speeltuin en picknickplek. De huizen staan aan de andere kant van de Romaanse brug. Er is zelfs bij een brede waterval een klein zandstrandje. Gewapend met onze route lopen we een eindje langs de rivier en vervolgens in grote slingers bergopwaarts. Na een half uur zijn we op gelijke hoogte met het kasteel en wat later er boven. Daar ligt een dorpje: Casas del Cerro. We doorkruisen wat straatjes, steeds de witgele tekens volgend en lopen aan de achterkant er weer uit. Bij een mooi uitzichtpunt eten we onze boterhammen op. Het wemelt hier van de kleine vlinders. In een grote boog dan weer onderlangs het dorp en via een bos op de helling weer omlaag tot aan de doorgaande weg. Hier is een uitzichtpunt met een kleine parkeerplaats: zicht op AlcalĂĄ vanaf de andere kant. Tijd voor een selfie. Een stukje langs de weg omlaag, er onderdoor en we zijn weer terug. We gaan nog een stukje verder rijden. Eerst weer die spectaculaire weg omhoog. Halverwege ziet Nart steenbokken en hij kan ze vastleggen. Boven is het weer helemaal vlak. De aarde is inmiddels roodgekleurd en er zijn weer kilometers lang wijngaarden te zien. Sinarcas is ons einddoel vandaag. Ook dit dorp leeft van de wijnbouw en de bodega’s. We vinden een plekje met mooi uitzicht op de vlakte beneden.




11. Granada

11. Granada

Donderdag 15-02-2024 Kloofwandeling Alhama de Granada en door naar Monachil.

Alweer een wandeling die we via Wililoc kunnen downloaden. We starten bij de camperplaats en het gaat snel omlaag, het eerste stuk via een geplaveid pad, tot beneden aan de rivier Rio Alhama. Meteen zien we overal om ons heen steile wanden met gaten en gleuven. We steken de rivier over en gaan dan langzaam stijgend weer omhoog tot we weer op gelijke hoogte zijn met het dorp. In de gleuven van de rotsen zien we duiven en andere vogels nestelen en af en aan vliegen. We passeren een eindje verder een voormalig thermaal bad. We volgen de route hoog boven de rivier tot aan de doorgaande weg, waar aan de overkant een stuwmeertje is. Er staat iets wat lijkt op een vogelkijkhut en er zwemmen wat wilde eenden rond. Iets verder, als we de rivier weer zijn overgestoken gaat het wandelpad een heel eind onderlangs de rivier terug. We vergapen ons opnieuw aan de imposante rotsen van de kloof. Bij een wat breder stuk staan ineens honderden populieren recht en kaal te zijn. Bij een picknicktafel rusten we even uit en drinken wat. Het wordt weer smaller en we gaan omhoog en passeren de “Ermita de Nuestra Señora de los Ángeles” , een kapelletje met een mooie legende (zie foto). Hier komen we voor het eerst wandelaars tegen. Het pad klimt naar een uitzichtpunt, een mooi geplaveid plein. Dan wandelen we de bewoonde wereld in bij het klooster “ Iglesia del Carmen”, gebouwd in 1589. Ook het centrum heeft nog interessante punten. Een oude gevangenis, een klein ziekenhuisje, een fontein en een waterbron. Via smalle straatjes komen we weer uit bij de camperplaats, zeer content met deze prachtwandeling. We gaan weer een stukje verder rijden, temeer ook omdat hier morgen op het plein markt is en de uitgang dan versperd is door marktkramen. Monachil, net onder Granada is ons volgende doel: opnieuw een spectaculaire wandeling uit de gelijknamige reeks. We kiezen een binnendoor weg en alweer door panoramisch landschap. Tegen vier uur rijden we de smalle straatjes van Monachil in; gelukkig veel eenrichtingsverkeer en de parking “Los Cahorros” staat duidelijk aangegeven. Zo heet ook de wandeling van morgen, bekend vanwege de vele hangbruggen, watervallen, rotspoelen, grotten en tunnels in het ravijn van de Rio Monachil. We parkeren vlak naast de rivier. De parkeerplaats staat aardig vol. Tegen donker worden barst er een hevig onweer los met een flinke plensbui, maar voor morgen wordt halfbewolkt weer voorspeld. Het is hier wel wat frisser, maar ja, we zijn ook op een hoogte van bijna 1000 meter. En
 we willen er eigenlijk niet aan denken, maar de terugreis is ook begonnen. Vanaf nu gaat het alleen nog maar noordwaarts
.

Vrijdag 16 -02-2024 “Los Cahorros” sendero ( Monachil)

Goed geslapen met het geruis van het stroom-versnellinkje vlak achter ons. De voorspellingen voor het weer zijn goed , dus we gaan op pad, rekening houdend met het feit dat het modderig kan zijn op de route. Zigzaggend tussen de hondendrollen hier (echt vreselijk!) komen we bij het infobord van de start. Onze route wordt grotendeels witgeel aangegeven. De eerste kilometer gaat het stijl omhoog over een geasfalteerd pad. Links en rechts staan huisjes/hutjes en caravans achter hekken. Voor ons lopen twee Spaanse dames die, zo te zien, dezelfde route volgen. Het asfalt houdt op en het pad wordt steiler en smaller. Het kronkelt steeds verder omhoog en het uitzicht wordt natuurlijk steeds weidser. Prachtig al die hoge rotsen en bergruggen om ons heen. Er groeit van alles en nog wat. Op een gegeven moment stuurt een witgeel paaltje ons door een nauwe doorgang in een hek. De Spaanse dames komen terug; ze hadden de afslag gemist. Hier begint het weidegebied van koeien, te zien aan de flatsen die links en rechts liggen. Het stijgt nog steeds, iets verder over een nog smaller klauterpaadje. Dan zien we ver voor ons, op het hoogste punt(1190m), tegen de bergflanken, het vervolg van de route, helemaal tot beneden aan toe bij de rivier Rio Monachil. Wow!! Dit loopt wat ontspannener. Als we bij de rivier zijn,( we hebben er dan 6 km opzitten), vinden we een mooi plekje om onze meegebrachte lunch op te eten. Nu gaat het steeds langs en over de rivier en we passeren de ene hangbrug na de andere. Echt spannend wordt het, als we over smalle randjes en ons vastklemmend aan de rotsen, met onder ons de snelstromende rivier, de route vervolgen. Af en toe is het zo smal dat we op onze knieĂ«n of ons zittend moeten verplaatsen. Hier en daar zijn beugels bevestigd, waar je je aan vast kunt houden om langs de uitstekende rotsen te geraken. Hier komen we ook tegenliggers tegen, die de route vanaf de andere kant zijn begonnen. Net als we denken dat we het ergste hebben gehad, komt er nog een smalle kloof/ tunnel, waar we op de knieĂ«n door kruipen. Af en toe sta ik te trillen op mijn benen, maar terug gaan is geen optie. Het laatste stuk langs de rivier, gaat na nog een hangbrug, over een modderig, slingerend pad onder boomtakken en omgevallen bomen door. Hier en daar over rotsblokken klimmend, komen we eindelijk op een wat breder pad dat teruggaat naar de aansluiting op de start-aanloop. We zijn al met al 5 uur onderweg geweest. Nog nooit hadden we zo’n enerverende wandeling! Ons plan om vanmiddag nog wat verder te rijden komt te vervallen. We blijven hier nog een nachtje om even bij te komen van deze ervaring.


10. Even langs de kust

10. Even langs de kust

Maandag 12-02-2024 Naar Los Carlos

Het was een onrustige nacht voor mij. Het stormde dat het hoestte en wij stonden op de eerste rij: pal de wind van voren. Pas om 10.00 uur zitten we aan het ontbijt. De zon schijnt dus dat is mooi meegenomen, maar het waait nog steeds hard. De voorruit zit vol zout. Op de kaart zien we dat er vlakbij een natuurgebied is met twee grote plassen. Daar kunnen watervogels zitten. Na de boodschappen rijden we die kant op en vinden na wat zoeken het juiste paadje, midden tussen de kassen door. We zien al gauw dat dit een hopeloze expeditie is want de schuimkoppen staan ook hier op de golven. Toch struinen we nog een eindje tussen de kassen door over modderige paadjes, maar ook de op het infobord aangegeven vogelkijkhut vinden we niet. De plassen zijn compleet ingesloten door de kassen, waar voornamelijk paprika’s worden gekweekt. Dan maar door. We rijden de kust langs in westelijke richting over de hoog gelegen A7. Ook hier zijn in de bergen kassen geplaatst: elk min of meer vlak stukje is benut. Bij Castell de Ferro gaan we de snelweg af. We zijn vaak hier geweest op de camping in het dorp, maar die is nu gerenoveerd en er niet beter op geworden. Het was meteen ook een aparte plantentuin. Iets buiten Castell, vlak bij Los Carlos, is een nieuwe camperplaats gekomen en die willen we bekijken. Na ongeveer 5 km houdt de weg op en duiken we een rambla in. We ontwijken wat gaten en net als we twijfelen of we wel goed zitten, zien we op de rotsen “Viña Castella” geschreven. Nog iets verder dus en schuin omhoog en we staan in een kleine vallei, midden tussen de bergen. Het ziet er prima uit. En geen kas meer te zien. Op maandag is de receptie gesloten, maar in de hut bij de ingang kunnen we ons registreren en betalen in een brievenbus. We zoeken een plekje en zetten de stoeltjes buiten. Even een broodje en dan meteen maar de was in de machine. Het waait nog steeds, dus die zal wel goed drogen. Er is een douche en toilet in een en dezelfde ruimte (deze service kan nog wel wat verbeteringen gebruiken!), een wasmachine en droger en er is water, groente en fruit te koop. Alles is zelfservice. De bakker komt elke ochtend toeterend de plek bezoeken. Vlak ernaast is een restaurant, maar ook gesloten vandaag. We lezen dat als je morgen paella wilt eten, je dit nu alvast kunt opschrijven op een intekenlijstje. Het is er niet druk; na ons komen nog twee nieuwe gasten en van de 50 plaatsen is maar de helft bezet. De wifi werkt nog niet naar behoren, maar daar wordt aan gewerkt, vertelt een Franse dame. ’s Avonds gaat de wind liggen en is er niets dan rust.

Dinsdag 13-02-2024 Naar de Embalse de La Viñuela

Het was warm vannacht en we zijn er vroeg uit; de zon schijnt al volop en ook de wind is weg. Vandaag gaan we een aardig stuk rijden. We willen een spectaculaire wandeling gaan maken bij Canillas de Aceituno. Deze staat in de top 12 van Spaanse wandelingen en is vergelijkbaar met de Camenito del Rey ( de koningswandeling boven Malaga, door kloven en met hangbruggen). We rijden een kleine 100 km over de A7, gaan bij Velez-Malaga noordwaarts en zoeken dan een parkeerplaats voor de nacht in de buurt van Canillas. De A7 ligt hoog boven de kust en er is steeds mooi zich op de zee, de bergen en alle dorpen en steden onderweg. De parkeerplaats in La Viñuela is mooi, maar erg schuin ( hier rol je echt je bed uit) en hiervandaan is weinig te wandelen. Dus we zoeken iets anders. Vlak bij is het stuwmeer van La Viñuela en daar vinden we een parkeerplaats bij een hotel en een informatiebord. Hier kunnen we diverse wandelingen maken. We staan op een voormalige spoordijk: aan de ene kant het water ver onder ons en aan de andere kant de dorpen tegen de berg aan. We blijven tijdens de wandeling langs het stuwmeer redelijk op hoogte lopen. Het water is erg gezakt en onderweg zien we aanlegsteigers en bootjes midden op het land liggen. Hier en daar is het pad helemaal omgewoeld door crossmotoren of quads en die hebben diepe groeven achtergelaten vlak na een regenperiode. We maken een rondje over een schiereilandje en langs wat verlaten huizen en nemen terug het traject van de spoorlijn. Even een verkeerde afslag en het pad, dat hier toch wel redelijk stijgt en daalt, houdt op. We struinen dan tussen de rotsen en struiken door naar het juiste pad beneden. We zien veel bloemen onderweg; er zijn ook vogels, maar die zijn steeds weg als we ze naderen. Opvallend zijn ook de cipressen die hier staan; ze geven het landschap een bijzondere sfeer. Na twee uur zijn we terug bij de camper en we besluiten hier vannacht te blijven. Af en toe parkeren er wat auto’s met honden-uitlaters of joggers, maar tegen de schemering wordt het stil. Er is nog een Nederlands stel bij komen staan. Ze komen even kennismaken. Ze hebben een zo te zien zelf geknutselde camper: een vierkante bak op een bestelautootje. Ze vertellen enthousiast over hun reis door Spanje. Als het donker wordt, gaan op de berg tegenover ons overal de lichtjes aan in de verspreid liggende dorpjes. Een bijzonder gezicht. De sterren zijn duidelijk te zien; ik herken de Grote Beer. Om 21.00 uur is het nog 18 graden buiten dus dat wordt weer een warme nacht.

Woensdag 14 -2-2024 Via de “El Satillo” wandeling naar Alhama de Granada

Tegen half elf beginnen we aan ons volgende traject: naar Canillas de Aceituno om daar de zgn. “El Saltillo” wandeling te maken. Het is maar een klein dorp, maar voor de enthousiaste wandelaars en bezoekers is er een parkeergarage gebouwd. Daar passen wij dus niet in en het geplande marktpleintje staat bomvol. Dan maar iets terug langs de kant van de weg. Het dorp ziet er gezellig uit en doet Portugees aan met de betegelde muren en kleurrijke huizen. Het kost even moeite om de start te vinden
Vanaf de hoofdstraat gaat het meteen via mooi aangelegde trapstraatjes stijl omhoog de berg op. Op het informatiebord staan allerlei waarschuwingen ( over schoeisel bv.) en regels. Al gauw komen we langs de irrigatiekanaaltjes te lopen, hier en daar is het erg smal en gaat het vlak langs de rand. Er staan allerlei bomen en struiken, vooral oleanders en veel agaves. Dit gaat geruime tijd door en we stijgen geleidelijk aan. Wat een geweldige uitzichten. We kijken tot diep in het dal waar de doorgaande weg kronkelt en achter ons ligt het dorp. Af en toe komen we andere wandelaars tegen. Het is dan even opletten met het passeren. Na twee uur lopen zien we eindelijk de hangbrug over de Rio Almanchares 
 heel ver beneden ons! Het is een pittige afdaling, meestal via hoge traptreden, maar uiteindelijk bereiken we ons einddoel. De route gaat nog verder, helemaal tot aan Sedella, maar wordt aangeduid als “zwaar” met langs de rotsen hangende touwen. Wij vinden het genoeg zo en na onze picknick net aan de overzijde van de brug gaan we terug. Even uitpuffen na de klim naar het pad boven en de rest van de wandeling terug is een makkie. We rijden om drie uur weg uit Canillas en komen via een alweer spectaculaire rit die tot boven de 1000 meter kronkelt aan de andere kant van de Sierra de Tejeda, tussen twee ruige bergruggen door. Hier is het meteen een heel ander landschap; groener en vlakker met wat glooiende bergen. Hier wordt volop groente gekweekt en zien we op de hellingen de olijfboompjes in nette rijen staan. Uiteindelijk komt Alhama de Granada in zicht. Het dorp ligt strategisch op een berg ( ruim 900 m.) en is omringd door een diepe kloof. Onze navigatie stuurt ons weer eens door de smalste straatjes naar de camperplaats: een groot plein aan de noordkant. Er staan een aantal campers en er is service. Een prima uitvalsbasis voor een interessante wandeling morgen.



9.De Alpujarra's door en weer even naar de kust

9. De Alpujarra’s door

Vrijdag 9 -02-2024 Naar Ugijar.

Vanaf Terque volgen we al de A 348 door de Alpujarra’s. Een prachtige goedaangelegde weg door een schitterend en steeds ook afwisselend berglandschap. Het schilderachtig gebied bevindt zich aan de zuidflank van de Sierra Nevada ruwweg tussen de steden Almería en Granada en passeert witte dorpen die verbonden zijn door vele paden en wandelroutes. Na afscheid van Co en Riet (zij gaan richting de kust) rijden we verder naar het westen over die 348. Het regent. Het heeft de hele nacht gehoosd en gewaaid met flinke windstoten. De hele weg naar Ugijar blijft het regenen. We gaan eerst even een supermarkt in en installeren ons dan op de camperparking, net voor het dorp. We zijn nr 3. En is officieel plaats voor 4. Het houdt niet op met regenen en we leggen ons er bij neer dat er vandaag niks meer komt van een wandeling. Ik zet het volgende verslag op Reismee en Nart houdt zich bezig met foto’s bewerken. Net na het avondeten is het even droog en wagen we het erop, voor een rondje door het dorp, maar halverwege begint het weer en we gaan snel terug. Ondertussen zijn er nog twee campers aangekomen, waarvan de ene, een Fransman, op de bloembak staat geparkeerd. Volgens de weersberichten zou het morgen weer zonnig zijn, dus daar hopen we dan maar op.

Zaterdag 10-02-2024 Sendero del Amor (Ugijar)

Inderdaad.. een blauwe lucht en stralende zon. Na het ontbijt stappen we meteen op. Alle andere campers zijn inmiddels vertrokken. Brood en drinken mee voor onderweg en voor de zekerheid een parapluutje. Het gaat een tijdje langs een (stink) rivier richting de steile wanden van de kloof. We komen langs een groot waterbassin en klauteren het ravijn omhoog met aan beide kanten loodrechte kanten. Een richtingaanwijzer vertelt ons de route naar de “Mirador del Amor”. Al gauw zijn we boven. Er is iemand bezig om nog meer harten te plaatsen. We passeren een “hartschommel’, waar Nart even op wil en aan het eind van dit uitkijkpunt staat het grote hart. Het is draaibaar in alle richtingen. Het mooiste is natuurlijk het zicht over het hele dorp. We horen voortdurend (carnavals?)muziek klinken. In noordelijke richting zien we de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada, met nog wat witte dorpjes ervoor. Weer terug bij de afslag gaat het steil naar beneden en komen we opnieuw bij die rivier (Rio Nechite) uit. Het is meer een sloot en we moeten hem diverse keren oversteken. De groen-witte paaltjes geven het duidelijk aan. De oevers zijn begroeid met bezembrem, wilgensoorten en vijgenbomen. Dan komen we bij aquaduct de los Arcos. Hier klauteren we omhoog en steken de met harten versierde brug over. Aan de andere kant weer even steil omhoog en dan loopt de route langs irrigatiekanaaltjes (levada’s) die veel poortjes hebben naar de akkertjes links en rechts. Er groeien hele bossen gele Oxales en Oleander. Dan komen we bij de Rio Mairena, die we even volgen om daarna af te dalen naar het centrum van Ugija. Ook daar is nog van alles te zien: een grote bron: Fuente del Arca, een kapel en de kerk. Een gezellige winkelstraat met een aantal terrasjes heeft halverwege een verhoogd plein waar een kinderkermis aan de laatste rondjes bezig is. De kraampjes worden net opgeruimd. Ook hier wemelt het van de rode hartjes. Het rode hart is het symbool van dit dorp, dat is ons inmiddels wel duidelijk. Nog een paar smalle straatjes door en we zijn al rap weer op de camperplaats. We bekijken de wandeling voor morgen bij Cadiar, maar als we het weerbericht zien, wijzigen we meteen ons plan; er wordt regenen sneeuw verwacht. We zijn nu op 700 m. hoogte en in Cadiar gaat het tot 1000. Dan toch maar een wat lagere streek opzoeken.

Zondag 11-02-24. Naar de kust. Ugijar naar Adra.

We maken uitgebreid gebruik van de service hier: vuil watertank en toilet legen en de watervoorraad aanvullen. De zon schijnt voorlopig nog volop. De buurman uit Cuijk komt nog even buurten en we wensen hem een goede reis. We hebben besloten naar Adra aan de kust te rijden, via Berja, een goede weg omlaag. We rijden vanaf Berja door een kassenlandschap, de zee zien we achter deze “plasticzee”. In “Park for night” vond ik een parking pal aan zee met goede reviews, d.w.z. dat campers daar gedoogd worden, hoewel het geen officiĂ«le camperplaats is. Het blijkt een prima plek te zijn, precies tussen de zee (50m) en de haven. Ook hier schijnt de zon nog en we stappen meteen op, voordat het weer omslaat. We maken een stadswandeling aan de hand van een route op Wikiloc. Eerst een eind langs de boulevard tot aan de vuurtoren en een elf-bogige brug. Dan weer terug, de voornaamste hoofdstraat door richting het gemeentehuis. Het is een drukke winkelstraat, maar de meeste winkels zijn dicht. We kopen bij de bakker even een broodje en lopen via min of meer interessante punten kriskras het centrum door. We komen langs een kerk, waar net een dienst bezig is, een oude loodsmelterij, waarvan de schoorsteen in de steigers staat en nog wat oude stadsmuren en torens. Bij een rotonde is een groep mannen bezig om te oefenen voor de paasprocessie en iets verderop staat een oude watermolen die nu als museum dienst doet. Als we richting de haven lopen passeren we een aantal barretjes en cafeetjes en we kiezen er Ă©Ă©n uit waar het druk is. We bestellen te drinken en eten er tapas bij: gebakken visjes, aubergineplakjes en brood. Het is er gezellig druk, ondanks dat een van de obers steeds luidkeels zijn bestellingen aan het personeel achter de bar en in de keuken door schreeuwt. Als we buiten komen is de zon verdwenen en raakt het steeds verder bewolkt. Nog even een rondje langs de jachthaven en de vissersboten en we zijn weer op het strand bij de campers. Een uurtje later begint het te spetteren. Boven de bergen in het binnenland is het stikdonker. We vermaken ons met lezen, mail bekijken, en plannen maken voor de komende dagen, natuurlijk rekening houdend met het weer.


8. Andalusië

8. Naar Andalusië

Maandag 05-02-2024 Naar Sorbas (Andalusië, provincie Almaría)

Na de verzorging van de camper en het uitzwaaien van de receptioniste rijden we van Calnegre via de rustige N332 door diverse sierra’s met ruige bergruggen, kloven en barranco’s . Later wordt de weg breder en het landschap meer gecultiveerd en komen we op de RM 11 naar Águilas. Deze plaats laten we links liggen en rijden na een afslag via de kustweg AndalusiĂ« in. We passeren Los Lobos, La Portilla en Cueves del Almanzora, waar we aan het eind van het dorp nog wat grotwoningen zien. We hebben deze stad een paar jaar geleden al uitgebreid bezocht. Een stukje A-7 en na de afslag is het nog 16 km naar Sorbas. We vinden de parkeerplaats meteen, een stukje van de doorgaande weg af. Het dorp ligt hoog bovenop de rots, op de rand. Na de middagboterham stappen we op om boven te gaan kijken. Een steil pad voorlangs de rots kunnen we tot bovenaan volgen. Dan verkennen we de kleine straatjes en de uitzichten links en rechts. We zien een centraal pleintje met de kerk en het gemeentehuis; een fontein ligt wat verderop. Het is siĂ«statijd dus veel volk is er niet op de been. Aan de andere kant gaat het naar beneden. Er is nog een gesloten toeristeninformatie en een barretje. Een wandelpromenade langs de doorgaande weg brengt ons weer bij de camper. Heel bijzonder zo’n dorp op het randje van de rots; hier en daar zijn al stukken grond onder huizen weg. We maken plannen voor de komende dagen en bellen met onze Nederlands/ Belgische vrienden om af te spreken waar we elkaar woensdag zullen ontmoeten.

Dinsdag 06-02-2024 Naar Terque

Het was toch wat onrustig vannacht voor mij: te dicht bij de weg. Nart had nergens last van. Om 10 uur zijn we klaar om te gaan. De eerste stop is 2 km verderop: een DIA, voor wat boodschapjes. We volgen de N 340 richting Tabernas. Daar passeren we een aantal “Hollywood-locaties”. Hier worden of werden cowboyfilms opgenomen. Het landschap leent zich daar uitstekend voor. Dan rijden we een stuk over de A92 om op een “groene” weg uit te komen. Bij een splitsing willen we rechtdoor, maar een groot bord waarschuwt ons voor een slechte en gevaarlijke weg. Dan toch maar terug en de andere route. Deze is volgens ons net zo “groen”, want waar we door rijden is adembenemend en gaat tot boven de 700 meter. De afdaling is al even spectaculair. Het gaat langs de kloof van de Rio Nacimiento en eroverheen. We passeren Alhabia en even verder zien we de kerktoren en een wit koepeltje boven Terque. Dan zie ik de P te laat en rijden we het dorp in. Na een bochtje gaat het niet verder voor ons. Een groentekraam en terras versperren de weg. Na “tig” keer steken zijn we gedraaid, onder toeziend oog van de terrasgasten. We stoppen bij de containers even om te kijken waar we wel moeten zijn. Enthousiast komt een blonde dame op ons af en wijst naar de nummerplaat. HĂ© Nederlanders
 ze wil even een praatje. Waar wonen jullie? Hoelang al onderweg? Ja ik woon op een Finca iets verder op en ga hier even boodschappen doen en koffie drinken. Ja, de parking voor campers is een zijstraat terug. We vinden die daarna snel. Er staan alleen twee Fransen en we kiezen een mooi plekje. Het is wel even uitkijken voor de lage sinaasappelboompjes. Wat later sluit nog een Engelse camper aan. Twee vriendelijke dames zijn al kwebbelend de parkeerplaats aan het vegen. We gaan na de lunch een rondje door het centrum maken en aansluitend Alhabia bekijken, dat aan de overkant van de rivier ligt. Het is aardig wat klimwerk om boven te komen, dan weer omlaag en weer omhoog. Mooie huizen en veel smalle straatjes, waar geen auto’s kunnen rijden. De oversteek van de rivier is vrij simpel: er staat geen drup water in. We wandelen even verder Alhabia in. Ook hier smalle straatjes. We zien een infobord waarop staat dat Alhabia een stop is op de pelgrimsroute onderweg naar Santiago de Compostella. De start is dan in AlmerĂ­a. Meer dan 1000 km! Via de doorgaande weg gaan we dan terug naar Terque. Een prachtige wandeling waar we bijna twee en een half uur mee bezig waren. Tijd voor wat rust en wat te drinken. Wat is het hier toch schitterend in de Alpujarras, het berglandschap net ten zuiden van de Sierra Nevada.

Woensdag 7-01-2024 Alpujarras: naar Padules

Op weg naar Padules, waar we hebben afgesproken met Co en Riet, doen we eerst na 18 km CanjĂĄyar aan om onze toilet te legen. We vinden de plek bij de bombeiros (brandweer) prima, want het staat heel duidelijk aangegeven. Dan is het nog 6 km naar Padules. De toerit is vrij steil en smal. De plek voor de campers ruim. Het is een hartelijk weerzien met onze “Spanje”-kennissen, die we al kennen sinds 2009; twee jaar geleden zagen we ze voor het laatst. Stoeltjes buiten in de zon en bijkletsen. Tegen tweeĂ«n stappen we op om een restaurantje in het dorp te zoeken. Het wordt “Barosso”. Het is meteen ook de enige die open is, daarom is het best druk, maar we worden door een vriendelijke ober geholpen. Net tafeltje in een gezellig hoekje. We kiezen voor “menĂș del dĂ­a”. Dit is typisch Spaans en het is een compleet menu: voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht, brood en wijn/bier/water inbegrepen. Verder is er ook nog keuze bij de diverse gangen. En dat alles voor een klein prijsje. Het smaakt in ieder geval allemaal prima. Wat later maken we nog een wandelingetje door de omgeving ( olijf-, amandelbomen en volkstuintjes) en gaan we via het leuke, autovrije, naburige dorpje AlmĂłcita weer terug. Morgen willen we een wat langere wandeling doen.

Donderdag 8-02-2024 Padules: Camino Las Canales

Om 10.00 uur zijn we startklaar voor de wandeling van vandaag, die naar de Canales. Het zonnetje schijnt. Eerst gaat het omhoog door het dorp naar een uitzichtplateau. Wat een uitzicht. Dan een stukje terug en via een geasfalteerde weg volgen we de bordjes Las Canales. Steeds overal uitzicht links en rechts en het daalt langzaam. We komen langs olijf- en amandelbomen en in de diepte zien we wat volkstuintjes op terrassen. De snoei van de olijfbomen is bezig en de resten worden weer eens in de fik gestoken. We passeren een grote parking voor bezoekers van de Canales. Deze is nu helemaal leeg. Nog 800 meter, staat er op een bordje. We zien in de diepte ruĂŻnes van watermolens. De laatste 200 meter gaan steil omlaag via een grind/zandpad. Dan staan we voor de Rio Andarax. De Canales zijn kloven van ongeveer 2 kilometer, die de bergketens van de Sierra Nevada en de Sierra de GĂĄdor scheiden. Onder leiding van een gids kan er in een bepaalde tijd van het jaar een water-wandeling van 3 Âœ uur worden gemaakt (korte broek en waterschoenen verplicht). Die start in de Canjorros-kloof en loopt tot aan de plek waar wij aan de rivier komen. De stroming is er gering. Aan de overkant is een bar-restaurant waar de waterwandelaar kan uitrusten en wat kan eten. Langs de rivier is een weelderige vegetatie te zien, ( populieren, essen, wilgen, Spaanse brem, bramen, tamarisken en riet) dit in tegenstelling tot de droge en bruine omgeving van de bergen er omheen. Nart waagt zich naar de overkant om de kloof iets verderop vast te leggen. Op de terugweg trekt hij toch maar zijn schoenen uit. Wat een schitterende plek; je hoort een watervalletje klateren. De terugweg gaat natuurlijk flink omhoog; we willen een andere route terug nemen, maar het begin van dit paadje ziet er al aardig verzakt uit en gaat vlak langs de rand. Toch maar niet. Direct na de parkeerplaats kunnen we wel een alternatieve route pakken langs de camping. Ondertussen is de zon verdwenen en waait het stevig. De camping is tijdelijk gesloten; dit hadden we al gehoord. Op een andere plek wandelen/klimmen we weer het dorp in. Na 8 kilometer en dik 3 uur zijn we weer terug bij de camper. Co heeft ondertussen een heerlijk potje gekookt voor ons. We eten gezellig samen en hebben weer goede buurt. Met sommige mensen raak je nooit uitgepraat. Tegen de avond gaat het stevig waaien; er is voor morgen regen voorspeld. Wordt vervolgd